de heer en mevrouw Toirkens“Graag stel ik me even voor. Mijn naam is Jan Toirkens, geboortig uit Eindhoven, maar ergens ver weg in het verleden met roots uit het Oirschotse, vandaar mijn belangstelling in deze. Ik ben thans woonachtig in Chili, ver weg van het Nederlandse.
Ik heb inmiddels tussen de 300.000 en 350.000 pagina’s getranscribeerd En dat aantal loopt nog steeds op! Alle teksten zijn geschreven in oud-schrift. Ik volgde mijn eerste cursus oud-schrift toen ik begin dertig was, bij het toenmalige Streekarchief Noord-Kempenland, dat in het voormalige kantongerecht in Oirschot gevestigd was. Maar met kleine kinderen en een drukke baan kwam ik niet aan een eigen onderzoek toe. Dat volgde in 1978. Na een opfriscursus in Helmond meende ik voldoende ervaring te hebben. De schrik sloeg me echter om het hart! Het transcriberen van de eerste pagina’s kostte me zeeën van tijd. Woordgebruik, Latijnse strofes en gerechtelijke termen moet je je allemaal eigen maken. Elke secretaris heeft zijn eigen schrijfstijl, maar dat niet alleen: er zitten me toch sloddervossen tussen! Het heeft even geduurd, maar nu lees ik de meeste aktes alsof ik de krant lees. Mijn vrijwilligerswerk begon in 1990 met het transcriberen van het rechterlijke archief van Oirschot, dat twee fasen omvat:

  1. In 2005 heb ik de bewerkingen uit het Rechterlijk Archief Oirschot, vrijwillige rechtspraak, afgerond voor de periode 1463 tot en met 1640. Een Toelichting en de bewerkingen uit deze periode zijn te raadplegen op deze website. Tussen circa 2010 en 2023 ben ik gaan transcriberen voor het Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC). Voor hen heb ik veel werk verricht voor Sint-Michielsgestel, Den Dungen, Boxtel, Middelbeers, Berlicum, Dinther, Liempde, Vught, Lith en Nistelrode.
  2. Begin 2023 wilde ik, gezien mijn leeftijd, mijn werkzaamheden voor het BHIC op een lager pitje zetten en wilde nu verdergaan met waar ik ooit was gebleven, te weten voor Oirschot (vrijwillige rechtspraak), te starten met het jaar 1641. Dit werk is alleen mogelijk door de goede samenwerking met het RHC-Eindhoven, dat een pluim verdient voor het scannen van de protocollen en het via Internet opsturen naar het andere einde van de wereld. Dit werk hoop ik, bij leven en welzijn, te kunnen continueren. Gezien het zeer uitgebreide Oirschotse archief is er nog veel werk voor de boeg. Mijn hoop is dat via deze website velen er gebruik van zullen maken en dat dit alles een stimulans kan zijn voor verdere bijdragen. Ik zal mijn best doen van mijn kant.”

Jan Toirkens, Chili
2 februari 2024

Naast de hierboven vermelde website heeft de heer Toirkens ook informatie gepubliceerd op Van Papier Naar Digitaal. Zeker de moeite waard om ook aan deze website eens een bezoek te brengen.

Welk jaar tussen 1641 en 1650 wilt u raadplegen?

Schutblad schepenprotocol 1642




Op 5 maart 1626 overlijdt secretaris Jan Willem de Metser. Hij wordt opgevolgd door Gerard Goossens, die op 24 januari 1646 zijn laatste notitie schrijft. Hij vloeide over van Mariaverering en plaatste op de schutbladen vaak vrome spreuken in het Latijn. Opvolger Peter van Andel, zette die Latijnse spreuken nog een tijdje voort, maar het waren dan uitsluitend profane teksten. Na 1648, na de zogenaamde vrede van Munster, verdween Maria door de invloed van de protestanten bijna geheel uit de protocollen.
Het hiernaast afgebeelde schutblad is door Gerard Goossens in 1642 vervadigd. Als je op deze afbeelding klikt, dan krijg je een vergroting te zien.


Terug naar boven